Interview: Cymbals Eat Guitars

Een van de leukere gitaarbands van de laatste tijd vind ik Cymbals Eat Guitars. Begin 2009 verscheen hun debuutplaat in Amerika en sinds afgelopen najaar jaar is de cd ook aan deze kant van de grote plas te verkrijgen. Op Why There Are Mountains laat Cymbals Eat Guitars laat horen goed te hebben geluisterd naar bands als Pavement en Built To Spill. De cd werd in de VS enthousiast onthaald door critici en liefhebbers van gitaarnoise. Ook Wayne Coyne is fan van de band en zodoende stonden de New Yorkers afgelopen maand in het voorprogramma van The Flaming Lips.

Middelbare school
Hoewel de band uit het niets lijkt te op te komen, zijn frontman Joseph D’Agostino en drummer Matthew Miller al sinds de middelbare school bezig met Cymbals Eat Guitars. Het nummer “… And the Hazy Sea” schreef hij al toen hij een jaar of vijftien was, vertelt Joe, en daarmee was de basis gelegd voor de debuutplaat. ‘Dat nummer was min of meer een intentieverklaring en stond model voor wat nog meer zou komen. “…And The Hazy Sea” moest het openingsnummer worden en de rest van het album heb ik geschreven met dat in gedachten.’

Het album ontstond in een periode van een jaar of vijf. Een behoorlijk lange tijd, beaamt Joe. ‘Het duurde een eeuwigheid voor het album af was. Ik schrijf niet zo heel veel nummers. Misschien twee of drie per jaar. Als ik geluk heb. Dat is aan de ene kant een vloek, maar aan de andere kant zijn de nummers door er zo lang aan te werken wel precies geworden zoals ik ze wil hebben. Ze passen bij de band die we zijn.’

Collage
Ook de teksten ontwikkelen zich geleidelijk. In een notitieboek schrijft hij in eerste instantie alles op dat in hem opkomt en later smeedt hij de tekst tot een geheel. Al zijn teksten zijn min of meer autobiografisch, vertelt Joe. ‘Elke emotie en elk idee waar ik over schrijf, komt voort uit mijn eigen leven.’ In de nummers zijn er vele verwijzingen naar plaatsen en gebeurtenissen. Dit zijn allemaal plekken en voorvallen waar hij herinneringen aan heeft. ‘Wat ik doe is dat ik verschillende gebeurtenissen en dingen in de context plaats van mijn jeugd. Ik schrijf over dingen die dicht bij me staan, over dingen waarvan ik het gevoel heb dat ik ze niet goed genoeg heb ervaren toen ze plaatsvonden. Het album is echter geen chronologisch verhaal. Gebeurtenissen kris kras in de tijd kunnen in een en hetzelfde nummer terugkomen. De verschillende elementen in de nummers vormen daarmee een soort collage van mijn jeugd’.

Jeugdliefde
Op de plaat vertelt Joe over het einde van een jeugdliefde, maar ook de dood is een van de thema’s waar hij zich mee bezig houdt op Why There Are Mountains. De ene keer expliciet, zoals in “Some Trees (Merritt Moon)”, waarin Joe verhaalt over een buurmeisje dat zichzelf ophing toen ze een jaar of dertien waren. De andere keer ligt het meer verborgen in het verhaal achter een nummer. Op “Cold Spring” wordt een trip beschreven die Joe ieder jaar met zijn familie maakte. Een gebeurtenis waar hij met plezier aan terugdenkt, maar toch hangt er een sfeer van melancholie over het nummer. ‘Dat klopt’, beaamt Joe. ‘Ik praat er niet veel over, maar ik had een goede vriend en die is overleden. Dit nummer is eigenlijk een fantasie over hoe hij en ik samen die trip maken. Die fantasie komt eigenlijk voort uit het gevoel dat wanneer iemand er niet meer is, je eigenlijk had gewild dat je meer samen had gedaan en gedeeld.’ Ook op nieuwe nummers voor de volgende cd komt dit thema terug. ‘Van nature ben ik een tobber’, vervolgt Joe. ‘Ik denk erg veel na over wat ons te wachten staat na dit leven; is er iets anders of complete duisternis? Over het gevoel van hopeloosheid dat hieruit voortkomt heb ik een nieuw nummer geschreven, “Definite Darkness”. Verrassend genoeg is het wel een erg catchy nummer geworden,’ besluit Joe lachend.