Interview: David Bazan

David Bazan | Utrecht | 2010

Jarenlang was David Bazan de drijvende kracht achter Pedro the Lion, een van de weinige religieuze indiebands die ook buiten de reli-kringen voet aan de grond kreeg. Na een hele lijst muzikanten te hebben versleten, hield Bazan het in 2005 voor gezien met Pedro the Lion. Hij bracht onder de naam Headphones nog een album uit in 2005. In 2009 bracht hij onder zijn eigen naam z’n debuutplaat Curse Your Branches uit. Op de cd rekent Bazan af met zijn worsteling met alcohol en met zijn geloof in God.

De meeste mensen kennen jou van Pedro the Lion, maar in 2005 ben je met deze band gestopt om solo verder te gaan. Waarom heb je de band opgedoekt en ben je het solopad opgegaan?
Tot 2003 bestond Pedro the Lion eigenlijk altijd uit mijzelf en een wisselende stel muzikanten. Iemand zat dan een paar jaar in de band en vertrok na een tijdje weer. Uiteindelijk kwam in 2003 mijn goede vriend Tim Walsh erbij. Hij had op tournees al meegespeeld, maar hij werd toen vast bandlid. Ik wilde graag dat de band een soort partnerschap werd, dat de band iets van ons beiden werd.

Maar eind 2005 viel de band uit elkaar. Ik merkte dat het door dingen kwam die ik had gedaan, dingen die het onmogelijk maakten om samen te werken, al wist ik niet precies waar het om ging. Het beste wat ik toen kon doen was de band opheffen. Wat ik voorheen altijd had gedaan op zo’n moment, was twee nieuwe bandleden zoeken en weer verder gaan onder dezelfde naam. Maar deze keer kon ik dat niet. M’n hart brak als ik er aan dacht om dat te gaan doen. Ik was echt kapot van onze breuk.

Waar kreeg je het idee door dat je dingen verkeerd had gedaan?
Omdat ik altijd degene in de band was waardoor dingen niet meer gingen. Het was nooit zo dat een samenwerking mislukte omdat de ander een klootzak was of zo. Zelfs met Tim liep de samenwerking mis, terwijl hij iemand was met wie ik heel graag verder had willen werken. Het was net als het einde van een verhouding. We waren altijd heel close geweest, we waren elkaars beste vrienden. Maar dingen kunnen soms zo gecompliceerd worden, het was een verstrikt web van voorvallen en emoties.

Uiteindelijk is het wel weer allemaal goed gekomen tussen jullie twee, want Tim Walsh heeft meegewerkt aan je soloplaat.
Ja, hij heeft de plaat gemixt. Ik heb veel met Walsh gesproken en hem gevraagd om zijn eerlijke mening te geven over waarom het volgens hem niet heeft gewerkt. Deze discussies waren erg verhelderend. Een jaar of drie na onze breuk had ik het gevoel dat we weer in staat zouden zijn om samen te werken, zodoende. Hij schreef mij laatst dat hij dit zijn favoriete samenwerking tussen ons was, omdat ik volgens hem in staat was om dingen los te laten en volledig op hem te vertrouwen wat betreft het mixen. Op “When We Fell” na heeft hij niet op het album meegespeeld. Meer was logistiek gezien niet mogelijk, ik woon in Seattle en hij in Boston.

Wat opvalt aan Curse Your Branches, is dat je teksten heel erg persoonlijk zijn. Je schrijft over je worsteling met alcohol en met religie. Voor Pedro the Lion schreef je vrijwel geen autobiografische teksten. Waarom nu wel?
Het was geen bewuste beslissing. Ik ben nummers gaan schrijven zoals ik altijd doe, zonder vooropgesteld doel. Ik was bezig met deze teksten en pas toen ik het vierde of vijfde nummer had geschreven, realiseerde ik me dat er iets anders dan anders gaande was, dat m’n teksten autobiografisch waren. Daar maakte ik me in eerste instantie wel zorgen over. Het leek mij niet cool. Ik ben het niet gewend zo te schrijven en ik maak liever wat afstandelijke teksten, zoals Spoon dat doet. Maar ik bleef deze nummers live spelen en op een gegeven moment moest ik mezelf toegeven dat ik ze goed vond. Ze voelden beter dan mijn eerdere nummers, ik voelde me meer verbonden met ze. Uiteindelijk heb ik toen besloten dat ik m’n gevoel moest volgen en ben ik verder gegaan met het schrijven van die liedjes.

Zoals uit je teksten ook blijkt, heb je een tijd behoorlijk geworsteld met alcohol. Hoe kijk je terug op die periode?
Het is een opluchting dat het voorbij is, dat ik niet meer die dringende behoefte heb. In die tijd zou ik op dit tijdstip, vlak voor de show, al drie flessen wijn op hebben gehad en zou ik de rest van de avond nog meer zuipen. Het was een donkere periode, maar tegenwoordig kan ik drinken zoals normale mensen, een glas of twee bij het eten en niet meer.

In die tijd begon je ook te twijfelen over je geloof, een ander belangrijk thema op je album. Hoe hangen deze twee dingen samen?
Deze twee dingen hingen inderdaad samen, maar veel had ook te maken met het feit dat we tegen het einde van Pedro the Lion allemaal behoorlijke zatlappen waren. Gezelligheidsdrinkers, dat wel, maar toen Walsh en ik uit elkaar gingen kreeg ik ook te maken met issues rondom het geloof. Die speelden al een tijdje, maar toen werd ik er mee geconfronteerd en moest ik onder ogen zien dat er geen weg terug was. Ik was mijn geloof in het bestaan van God verloren. Omdat ik al een stevige drinker was, was het maar een kleine stap om naar de fles te grijpen toen het me allemaal teveel werd.

Aan je teksten te horen,was het geloof nogal een last en een bron van veel angsten. Je zingt over de angst voor de hel en de erfzonde waar de mens onder gebukt gaat.
Het geloof is meer dan dat, maar angst voor de hel is wel een belangrijke factor die ervoor zorgt dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen. De dreiging van de hel zorgt ervoor dat mensen niet vrij over het geloof kunnen nadenken en dingen uit de bijbel aan de kaak stellen. Dat is in mijn ogen een vorm van onderdrukking, zoals in een dictatuur. De reden dat mensen in zo’n politiek systeem hun ideeën en gedachten erover voor zich houden, is vanwege de dreiging om gemarteld te worden. De dreiging van de hel werkt hetzelfde. Ik verbaas me er echt over dat de hel deel uit maakt van de christelijke doctrine.

Heeft het geloof bij jou zoveel angst veroorzaakt?
Ik heb het zelf nooit zo serieus genomen. Ik heb mij nooit bang gevoeld, tot een jaar of twee nadat ik mij had afgekeerd van het geloof. Ik lag op een nacht in bed te denken of ik het wel bij het rechte eind had. Ik herinner me dat mijn hart als een dolle te keer ging en dat ik de fysiologische reactie vertoonde van iemand die doodsbang is. Ik begon te twijfelen, of ik niet toch moest terugkeren naar het geloof. In gedachten sprak ik met God en ik vroeg hem: ‘Is dit de manier waarop je ons aan je wilt binden? Door ons doodsbang te maken? Alsof niet genoeg goeds in je zit om er voor te zorgen dat mensen je aanbidden? Ik dacht toen bij mezelf, fuck you, dit is niet oké. Ik verwierp het idee dat een Opperwezen op deze manier met zijn schepsels om zou gaan.’

Maar als de angst voor de hel verdwijnt, zijn er wel andere angsten die deze plaats innemen. Op “Please Baby Please” schets je een beeld dat je dochter als ze ouder is, de fout in gaat na een avondje drinken:

Sunrise at the County Lock-up
Now our baby’s twenty-three
She was out late drinking,
Killed a mother of three.

In de tijd dat ik “Please Baby Please” schreef, had ik het drinken zo’n beetje onder controle, op wat sporadische excessen na. Dat is waar dat nummer over gaat, hoe dat is gegaan. Maar alcoholist zijn heeft meer consequenties behalve dat je zelf in de problemen komt. Het couplet over mijn dochter was als een waarschuwing voor mij, dat dit de consequenties kunnen zijn als ik een verkeerd voorbeeld ben voor mijn kind. Met je gedrag stel je je kind bloot aan risico’s die je niet wilt.

One Reply to “Interview: David Bazan”

Comments are closed.