‘Ik ben een doe-het-zelver’
Gaëtan Vandewoude is een bescheiden man. Nergens op zijn debuutplaat onder de naam Isbells is zijn eigen naam terug te vinden. Daar is zijn ego niet groot genoeg voor, vertelt hij. ‘Ik wil vooral de muziek laten spreken.’ Dan kan het nogal overweldigend zijn als je door de muziekpers in de armen wordt gesloten en heel veel lovende woorden over je schrijft.
Vlak voor het Klub Radar optreden in Tivoli de Helling vertelt Gaëtan hoe de plotselinge aandacht hem aangreep. Dat hij zich er geen houding aan wist te geven als mensen vertelden dat ze zijn muziek goed vonden. ‘Ik stond daar heel wantrouwend tegenover. De kritiek zal nog wel komen dacht ik dan.’ Later in het interview komt hij er nog eens op terug, hoe snel het de media zijn muziek heeft opgepikt en dat hij zich verbaasde over de positieve reacties in de media. ‘Ik werd er zelfs emotioneel van als Geert van Zeal Records mij vertelde dat Radio 1 of Stu Bru iets moois had gezegd en dat De Morgen en De Standaard iets wilden doen. Ik kreeg bijna letterlijk een krop in de keel,’ aldus de sympathieke Leuvenaar.
Paardenstal
Na maanden alleen in een paardenstal aan het album te hebben gewerkt, kwam er ineens wel heel veel op hem af.’Ik heb tot voorheen nooit als frontman een groep moeten dragen en dat komt er allemaal even bij. En alles met deze groep is nieuw. Daarin moest ik ook mijn weg zoeken. Normaal gesproken hebben bandjes een aantal jaren samengespeeld en ervaring in jeugdhonken en cafés opgedaan. Dat hebben wij niet. Zo heeft Naïma tot voor Isbells nooit met een microfoon gezongen. Ze heeft een prachtstem en heel veel talent, maar geen podiumervaring en zij moest in korte tijd van alles aanleren.’
‘Maar nu begin ik meer en meer te genieten’, verzekert Gaëtan. ‘Hier ligt gewoon mijn droom.’ De verwezenlijking van deze droom begon toen Vandewoude als 14-jarige voor het eerst een live optreden meemaakte. ‘Dat was bij de scouting of zo. Ik zag daar een drummer en ik dacht, dat wil ik ook. Sindsdien is muziek de rode draad in m’n leven geweest. Ik ging nooit veel uit, ik was altijd bezig met muziek maken of ik ging naar optredens. Dat is eigenlijk altijd het ding geweest dat ik wilde doen.’
Hij speelde in bands als Ellroy en Soon. Echt succes bleef uit en er viel geen droog brood met deze bands te verdienen, maar dat weerhield hem niet om met muziek bezig te blijven. ‘Ik heb met muziek nooit iets verdiend, in tien jaar tijd heb ik alleen geld uitgegeven aan muziek. Maar er is geen andere optie. Ik word wakker en ik ga slapen met muziek. Dat is gewoon mijn leven. Allez, ik heb ook maar weinig geld nodig om te overleven, ik hoef geen grote tuin of zo. Dat maakt het mij gemakkelijker. Dat het muzikantenbestaan onzeker is, vind ik niet zo erg. Ik bekijk het dag tot dag.’
Knopen doorhakken
Toch kwam er een moment dat het nodig was om keuzes te maken. Gaëtan had een parttime baan bij Ikea, om de rekeningen te kunnen betalen. Maar na zes jaar daar te hebben gewerkt werd het tijd om knopen door te hakken. Hij besloot zijn aandacht volledig op de muziek te richten en te kijken wat dat zou brengen. ‘Ik ben met die baan gestopt om m’n houvast op te geven en mij puur op de muziek te storten. Ik wilde gewoon een mooie plaat te maken en maar zien wat er van zou komen. Wat daar dan uit zou komen, dat had ik op voorhand niet kunnen inschatten. Ik had gehoopt en ook wel verwacht – want je moet wel in jezelf geloven, anders heeft het weinig zin dat je er aan begint – mensen te bereiken, maar niet in deze mate’, licht Gaëtan zijn besluit toe. ‘Toen ik een jaar geleden aan Isbells begon, had ik zoiets van, ik ga die plaat maken en dan zal ik mijn conclusies trekken. Stel dat het op niets was uitgelopen, laat muziek dan maar een hobby zijn, maar ik zou mezelf dan niet nog eens vijf jaar van alles wijs maken.’
Je baan opzeggen is een stap die niet veel mensen snel durven te maken, zeker niet als je ook een gezin hebt dat onderhouden moet worden. Toch was die keuze niet heel moeilijk volgens Gaëtan, vooral omdat zijn vriendin hem volledig steunt in zijn beslissing. ‘Mijn vriendin denkt er eigenlijk hetzelfde over. Zij gunt mij wat ik aan het proberen ben. Maar dat is wederzijds. Op een gegeven moment gaat zij ook knopen doorhakken. Ik vind dat eigenlijk wel het minste dat je elkaar moet geven’, zegt Gaëtan. ‘Maar zou het nou echt slecht zijn gegaan, dan had ik m’n verantwoordelijkheden genomen en was ik ergens een baan gaan zoeken.’
Zeal Records
Het album kreeg vorm toen Gaëtan vorig jaar mei in contact kwam met Geert van Zeal Records. ‘Hij wilde iets met mij doen en vroeg toen welke timing voor mij haalbaar was. M’n nummers waren zo ongeveer af en ik was van plan om in juni op te nemen en in augustus te mixen. Mensen zeggen dat het een echte herfst- of winterplaat, maar alles is dus in de zomer opgenomen’, vertelt Gaëtan grinnikend. ‘De timing om het in de herfst uit te brengen was van praktische aard. Zeal had twee mogelijkheden om het album uit te brengen, in het najaar of in het voorjaar. Ik weet van mezelf uit het verleden, dat als ik te lang op iets kauw, ik dan m’n interesse verlies. Het was haalbaar om tegen september alles klaar te hebben, dan moet je dat gewoon doen en niet nog eens zes maanden wachten, want dan was ik nog eens negen andere nummers gaan spelen.’
Zestig sporen
Opvallend is dat er op de plaat geen drums zijn te horen, terwijl Gaëtan van huis uit drummer is. ‘Op voorhand had ik geen zin in een traditionele bezetting met bas, gitaar en drums. Dat was niet de muziek die ik wilde maken. Ik wilde mooie liedjes maken, zo kaal mogelijk en alles wat er aan instrumenten bij kwam moest echt iets bijdragen.’ Dat Gaëtan terug wilde naar de essentie van de nummers, heeft ook te maken met ervaringen uit het verleden. ‘Ik heb in de jaren voor dit album drie jaar lang honderden demo’s gemaakt met een vriend. We hadden een viersporen recorder en daarmee heb je vrijwel geen mogelijkheden. Je moet bijvoorbeeld een baspartij laten vallen omdat je eigenlijk een pianopartij wilt. Daarmee ga je echt naar de essentie. Voor mij is dat melodie en harmonie,’ aldus Gaëtan. ‘Op een gegeven moment wilde ik met diezelfde vriend een plaat opnemen. We hebben toen een computer gekocht en toen hadden we ineens zestig sporen tot onze beschikking. We hebben ons toen nog eens drie jaar verloren in alle mogelijkheden. De een na de andere partij namen we op. Hier nog een orgeltje en daar nog een gitaar. We hebben drie keer geprobeerd een plaat op te nemen. Uiteindelijk zijn we er maar mee gestopt. Als je wilt kun je wel duizend partijen opnemen.’
Inmiddels is Gaëtan bezig met materiaal voor een nieuw album, maar de nummers hebben nog geen vaste vorm laat hij mij nog weten. ‘We zullen zien waar het naartoe gaat. Ik heb wel vier, vijf ideeën die ik zou kunnen uitwerken, in de lijn van deze plaat. Ik kan mij niet inbeelden dat ik dezelfde plaat ga maken. Dan zou ik weer stilstaan, snap je. Het zou wel een plaat kunnen worden met dezelfde ingrediënten. Ik zie het als een uitdaging om in hetzelfde genre, mezelf nog meer uit te puren, nog meer naar de essentie te gaan. Maar het zou ook kunnen dat ik heel iets anders ga doen. Ik ben in de muziek en in het leven een beetje een doe-het-zelver. Ik zit in een situatie en ik leer eerst snel wat basis aan en ik doe dan mijn eigen ding. Met muziek is dat hetzelfde. Voor hetzelfde geld koop ik een sitar en probeer ik daar leuke dingen mee.’