Interview: A Place To Bury Strangers

Bij A Place to Bury Strangers heb je niet lang nodig om te bedenken waar deze New Yorkse band de mosterd vandaan haalt. Opgefokte drums, overstuurde gitaren waarmee muren van feedback worden opgetrokken en daaroverheen de monotone zang van frontman Oliver Ackermann. Het is overduidelijk dat de band goed heeft geluisterd naar bands als The Jesus & Mary Chain en My Bloody Valentine.

A Place To Bury Strangers is in feite een voortzetting van Skywave. Met deze band timmerde zanger en gitarist Oliver Ackermann jarenlang aan de weg in Fredericksburg, Virginia. Tevergeefs. De genadeloze gitaarherrie van Skywave viel niet in goede aarde en op veel waardering hoefde de band dan ook niet te rekenen. “Bij optredens bekogelde het publiek ons vaak met flessen en andere zooi. We werden dan regelmatig de club uit gegooid. Het leek erop dat we ertoe veroordeeld waren die muziek alleen maar voor onszelf te spelen”, vertelt Ackermann over deze tijd.

Skywave
Daar kwam verandering in toen Ackermann in 2004 Skywave liet voor wat het was en naar New York verhuisde. Daar ging hij verder onder de naam A Place To Bury Strangers. In 2008 verscheen het gelijknamige debuutalbum, dat volgens Ackermann eigenlijk niet meer is dan een verzameling demo’s die hij tussen 2003 en 2007 had opgenomen. In eerste instantie verscheen het album in een oplage van 500 exemplaren omdat hij niet helemaal tevreden was over de kwaliteit van de opnamen, maar liefhebbers van shoegaze, noise en feedback maalden daar niet om en droegen de band al snel op handen. Afgelopen jaar verscheen Exploding Head en daarmee heeft de band een duidelijke stap voorwaarts gemaakt. Op beide platen laat de band zijn hierboven al beschreven shoegaze-geluid horen. Over de in feedback gedrenkte gitaarriffs zingt Ackermann quasi-verveeld zijn agressieve, kille en deprimerende teksten. “Tot zekere hoogte word ik geïnspireerd door New York, maar vooral door tegenslagen die je leven verneuken en waardoor je de dingen niet meer in de hand hebt. Het leven is van tijd tot tijd nu eenmaal kil en duister. Op gelukkigere momenten schrijf ik andere nummers, maar die halen de plaat niet”, zegt Ackermann met een grijns op z’n gezicht.

New York
Inspiratie deed hij op tijdens zijn begintijd in New York, waar het hem in eerste instantie niet bepaald voor de wind ging. “Ik kwam in een getto terecht en ik woonde op de meest bizarre plekken. Vrienden die langskwamen werden regelmatig beroofd. Dat soort klotedingen gebeurde continu. Het was een intense en rare periode. Om aan geld te komen deed ik vanalles. Ik leerde om echt heel, heel hard te werken om dingen voor elkaar te krijgen. Je moet echt heel graag willen, voor je in staat bent om New York aan te kunnen.”

De eerste periode in New York was niet uitsluitend kommer en kwel: uiteindelijk kwam Ackermann in een creatieve omgeving terecht waar hij zich thuis voelde. Hij woont tegenwoordig in Brooklyn in een groot pand waar ook andere kunstenaars en muzikanten wonen en werken. “Ik verhuisde naar New York omdat ik met andere creatieve mensen aan projecten wilde werken, met mensen die gedreven zijn om geweldige dingen te doen.” Ackermann beschikt over een thuisstudio en dat stelt hem in staat om dag en nacht ideeën voor nummers uit te werken en op te nemen, al dan niet met andere muzikanten.

Death By Audio
Ackermann is bezeten van torenhoge geluidsmuren en feedback, maar waar die fascinatie vandaan komt kan hij niet precies vertellen. Er zit een onverklaarbare schoonheid in die hem boeit. “Het is te vergelijken met muziek die je voor het eerst hoort, waarvan je niet precies weet wat er gaande is. Maar er zitten wel elementen die je aandacht trekken omdat ze zo mooi zijn. Dat vind ik een van de mooiste dingen van muziek, die mysterieuze eigenschap van muziek dat je niet altijd precies kunt verklaren wat er gaande is of waarom je een nummer mooi vindt.”

Helemaal een mysterie zijn de genadeloze geluidsmuren van noise en overstuurde gitaren niet voor Ackermann. Behalve de band runt hij ook nog Death By Audio, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het bouwen van effectpedalen. “Veel raadsels worden ontrafeld omdat ik gitaarpedalen maak, maar omdat we live zo hard spelen, is er altijd iets onvoorspelbaars gaande. Je weet wel wat je aan het doen bent en tot een bepaalde hoogte weet je wat er precies gebeurt, maar je probeert steeds de boel over de zeik te helpen. Zo creëer je gecontroleerd iets onverwachts en onvoorspelbaars.”

Loudest band in New York
De geluidsmuren die de band live optrekt hebben de band al snel de geuzennaam “loudest band in New York” opgeleverd. Dat etiket vind Ackermann wel vermakelijk, maar het doet hem niet zoveel. “We spelen hard omdat het past bij wat we muzikaal gezien doen. Hard spelen is niet ons doel, maar onderdeel van wat we met ons live-geluid doen.” Het is een manier om de dynamiek te creëren waar de band naar op zoek is, vertelt Ackermann. “We hoeven helemaal niet de hardste band te zijn, van mij mag een andere band dat zijn. Ik zie het ook niet eens echt als een compliment, hard spelen is lang niet zo gaaf als goede nummers schrijven.”

“Wat mijn meest intense ervaring met de band was? Dat was denk ik toen we een keer moesten spelen zonder onze drummer. De andere gitarist en ik hadden bedacht dat we dan maar alle versterkers mee moesten nemen die we in huis hadden. M’n bestelbus was volledig volgepakt met al die versterkers. We traden op in een of andere club en we speelden zó hard dat een vriend die onze show kwam bekijken letterlijk ziek werd van het volume. Het was zo krankzinnig hard, dat hij moest kotsen. Ja, dat was een behoorlijk intens en gestoord optreden”, grinnikt Ackermann.