Interview: Editors

‘Daar hebben een hele hoop andere bands de ballen niet voor’

Op In This Light And On This Evening is Editors een andere richting ingeslagen. Minder gitaar en meer elektronica. De band zelf noemt het een futuristische plaat, geïnspireerd door films als Blade Runner en Terminator. Maar je kunt je afvragen of futuristisch de juiste kwalificatie is voor een album dat eerder klinkt alsof het in 1982 is opgenomen dan, pak ‘m beet in 2019, het jaar waarin Blade Runner zich afspeelt.

Met deze koerswijziging is de band wel af van de eeuwige vergelijking met Joy Division en Interpol, maar een nieuwe vergelijking ligt alweer klaar. Met dit album treedt Editors in de voetsporen van bands als New Order, Depeche Mode en Human League.

Voor File Under sprak ik met drummer Ed Lay over de totstandkoming van In This Light And On This Evening.

Jullie nieuwe geluid doet wel heel erg sterk denken aan New Order en Depeche Mode, wat vind je van die vergelijking?
‘New Order en Depeche Mode zijn bands die we respecteren. Het zijn ook twee hele verschillende bands. New Order is erg creatief en vooral hook driven, terwijl Depeche Mode meer aandacht besteedt aan melodie en details. Ik denk dat we van beide bands iets in ons hebben. De manier waarop Editors werkt, is dat we ons concentreren op melodieën én goede hooks én op goede nummers schrijven, ongeacht de benadering of de instrumenten die we gebruiken. Het is leuk om goed te klinken, maar als een nummer nergens heen gaat en er niet iets in zit dat mensen emotioneel raakt, dan is het zonde van je tijd om er naar te luisteren. Ik denk dat we met beide bands wel wat gemeen hebben, maar we hebben wel degelijk onze eigen stempel op de muziek gezet.’

Bij wijze van persbericht schreef Tom een brief waarin het album wordt toegelicht. Hij schrijft dat het heel natuurlijk was om een nieuwe richting in te slaan. Kun je meer vertellen over hoe dat proces is gegaan?
‘Het is niet zo dat we om de tafel zijn gaan zitten om te praten over een stap voorwaarts, maar we wisten allemaal dat we die stap moesten maken. We beseften ons dat als we zonder nadenken maar weer de studio in zouden gaan, we dan na zes maanden nog steeds niks zouden hebben dat ons zou boeien. Het materiaal zou dan hetzelfde hebben geklonken als wat we al eerder hebben gedaan. We zagen dus een noodzaak om met nieuwe geluiden te experimenteren en Chris (Urbanowicz, gitarist) was geloof ik de eerste die daarmee aan de gang is gegaan. Hij schafte een paar keyboards aan en begon met schrijven van nummers die hij anders op gitaar had geschreven. Omdat hij niet bekend was met deze instrumenten, pakte hij het vanuit een compleet andere invalshoek aan dan hij gewend was. En dat klonk erg interessant.’

De meer elektronische aanpak betekent niet alleen een andere rol voor Chris als gitarist, maar ook voor jou als drummer. Zo maken jullie nu gebruik van drumcomputers op deze plaat.
‘Er is van alles gaande op het album. We hebben voor sommige nummers als basis een zich steeds herhalend patroon gebruikt, waar ik dan met gewone drums overheen speel. We hebben ook veel met elektronische geluiden en met samples gewerkt die we zelf maakten. Maar de clou is dat die geluiden niet computer gestuurd zijn opgenomen, maar dat we ze zelf afspeelden met behulp van triggers en drum pads. Dus wat je dan krijgt is dat die elektronische geluiden worden gespeeld met een menselijk gevoel erin. En dat was erg belangrijk voor het album.’

Heb je je drumstijl daarvoor moeten aanpassen, of valt dat mee?
‘Ik heb inderdaad mijn manier van drummen behoorlijk moeten aanpassen, maar dat vond ik een mooie uitdaging, iets waar ik goed m’n tanden in kon zetten. Toen we begonnen met opnemen ben ik er 24 uur per dag mee bezig geweest. Zelfs als we heel laat klaar waren in de studio, ging ik op m’n hotelkamer nog aan de slag op mijn computer. Dingetjes uitproberen, nadenken over hoe ik dingen tijdens de opnamen anders had kunnen aanpakken. Het was een soort soul searching en daar is iets uitgekomen waar ik erg trots op ben.’

Betekent deze ommezwaai dat jullie genoeg hebben van jullie oude materiaal en geluid?
‘We zijn onze oude nummers niet zat, maar we wilden gewoon wat anders proberen, op een andere manier werken en opnemen. Kijk, als we op de oude manier verder waren gegaan hadden we een album gehad waar we niet blij mee zouden zijn geweest. Dat wilden we voorkomen en ik ben blij dat we dat hebben gedaan.’

Over de oude nummers gesproken, ik ben wel erg benieuwd hoe jullie die nu live gaan brengen. Worden die in een nieuwe vorm gegoten?
‘Ja, die krijgen een nieuw jasje. We kijken er niet alleen naar uit om de nieuwe nummers live te spelen, maar we hebben nu de mogelijkheid om met het oude materiaal te experimenteren. Per nummer bekijken we wat we ermee kunnen doen. Sommige nummers die we veel speelden moeten echt vechten voor een plekje in de set, terwijl nummers waar we niet zoveel mee hebben gedaan de laatste jaren het verdienen om prominenter onder de aandacht te worden gebracht.

De optredens zelf zullen veel spannender worden omdat we meer instrumenten zullen gebruiken. Tom heeft op drie verschillende plekken z’n microfoon staan en zal daar steeds tussen switchen, er zal dus meer gaande zijn op het podium. En daar mag ik vanachter het drumstel elke avond naar kijken. Ik verheug me er op.’

Jullie hebben de afgelopen jaren gestaag een fan base opgebouwd, maar nu nemen jullie bewust het risico dat jullie een deel van deze fans kwijtraken. Maken jullie je daar geen zorgen over?
‘Het is dit of niets. Ik denk ook dat dit de houding was die we moesten hebben. Als we ons teveel zorgen hadden gemaakt over het verliezen van fans, dan hadden we tijdens het opnemen compromissen moeten sluiten. Dat wilden we niet. Ik denk ook dat we hiermee nieuwe fans kunnen winnen. Mensen die niet zoveel met het tweede album hadden, zouden dit album wel eens interessant kunnen vinden. Dus nee, ik denk niet dat we onze fan base op het spel zetten.

Het is ook nogal lastig om op dit moment in te schatten hoe het album wordt ontvangen, wie het goed zal vinden en wie niet. Tot nu hebben we alleen nog maar reacties van journalisten gehad en geen van hen heeft ons gezegd “God, ik haat dit album”. Maar wie weet wat het publiek ervan gaat vinden. Het kan zijn dat mensen die het vorige album goed vonden… ik weet niet of zij dit album volledig zullen begrijpen. Ik weet ook niet of ze het de tijd zullen geven die het album nodig heeft. Sommige platen zijn groeiers en ik denk dat dit er zo een is voor veel mensen. Verder denk ik dat veel mensen het zullen waarderen dat we iets nieuws hebben uitgeprobeerd. Daar hebben een hele hoop andere bands de ballen niet voor.’